Raku is een tak in de keramiek, die zijn oorsprong vindt in Japan in de rituele theeceremonie.
Raku betekent vrede, harmonie, rust en genieten.
In Japan werd/ wordt m.n. gebruikskeramiek gemaakt met deze techniek zoals theekommen, schalen en voorraadpotten. In het westen ontwikkelde het huidige Raku-gebeuren zich veel meer tot sierkeramiek.

De techniek
Het bijzondere van Raku is het feit dat biscuit gestookte voorwerpen, in zeer korte tijd opgestookt worden tot ongeveer 1000°C. Als het opgebrachte glazuur gesmolten is, wordt de oven geopend en de gloeiende voorwerpen er met een tang uitgenomen en aan de buitentemperatuur blootgesteld.
De grote temperatuurschok veroorzaakt fijne haarscheurtjes in het glazuur.
Vóórdat het voorwerp te veel afkoelt, wordt het in een zaagselton geplaatst, waarin het zaagsel door de grote hitte vlam vat. Door er een sluitende deksel op te plaatsen, ontstaat er een gereduceerde brand met veel rookontwikkeling.
Hierdoor zal overal waar géén glazuur zit, dus in de haarscheurtjes, een roetkleur komen.

Na afkoeling, eventueel met water en het nodige poetswerk, is het typische craquelé-effect van Raku te bewonderen.

Door de samenstelling van de klei, met veel chamotte, de relatief lage stooktemperatuur en de “scheurtjes” in het glazuur, klinkt een Raku gestookt voorwerp meestal dof en is niet waterdicht. Dit geeft het Raku voorwerp wel zijn specifieke karakter.